Goed slapen doe je in fases

In je slaap gebeurt er van alles, zowel fysiek als mentaal, waarvan je je niet bewust bent. Voor wetenschappers is de slaap nog steeds een gebied waar veel onbekend is. Wat wel bekend is, is dat je slaap uit verschillende fases bestaat. Elke fase kent meerdere functies en kenmerken. Alle fases bij elkaar wordt een slaapcyclus genoemd en een cyclus duurt ongeveer 90 tot 110 minuten. Tijdens een goede nacht worden er 4 tot 6 cycli doorlopen.

De slaapfases

Er wordt onderscheid gemaakt tussen REM-slaap en Non-REM slaap. De REM-slaap is 1 fase en de Non-REM slaap bestaat uit 4 fases.

In de afbeelding hieronder zie je een overzicht van de verschillende slaapfases.

Fase 1: Inslapen

Je wordt slaperig. Hersenactiviteit neemt af, waarbij de hersengolven van bèta naar alfa gaan. Deze fase is kort en duurt gemiddeld ongeveer 5 á 10 minuten.

Fase 2: Lichte slaap

Je slaapt licht. Je ogen stoppen met bewegen. Je spieren ontspannen en je wordt niet meer wakker van geluiden. De hartslag daalt en de hersengolven vertragen van alfa naar thèta. Deze fase duurt iets minder dan een uur.

Fase 3: Overgang

Je gaat van lichte slaap naar diepe slaap. De ademhaling wordt regelmatiger en de hartslag daalt. Je spieren zijn nu volledig ontspannen. Gemiddeld duurt deze fase ongeveer 5 minuten.

Fase 4: Diepe slaap

Je slaapt diep en je lichaam is aan het herstellen van de dag. Deze slaapfase is nodig om fris wakker te worden. Je hersengolven dalen van thèta tot delta. Als je nu wakker zou worden, weet je niet waar je bent en voel je je erg suf. De fase van diepe slaap duurt 20 tot 40 minuten.

REM-slaap

De REM-slaap wordt ook wel droomslaap genoemd. In deze fase bewegen je ogen snel, daarom heet het Rapid-Eye-Movement (REM). Na de diepe slaap volgt de REM-slaap, waarbij de hartslag en de ademhaling onregelmatig zijn. Het paradoxale van deze fase is dat je lichaam in totale ontspanning is, terwijl je hoofd op volle toeren draait.

Tijdens de REM-slaap wordt nieuwe informatie verhuisd van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Daarnaast worden neurotransmitters bijgevuld, die essentieel zijn voor herinneren, leren, presteren en problemen oplossen.